Meer over mijn aanpak


Als kunsthistoricus en publieksbemiddelaar beweeg ik me alweer zo’n 20 jaar op het
snijvlak van wetenschap en publiek. Beide kanten probeer ik zo zorgvuldig
mogelijk te bedienen, met respect voor de inhoudelijk leverancier maar zeker ook
als advocaat van de bezoeker. Het kan daarbij gebeuren dat ik niet aan elke
inhoudelijke nuance recht doe; dat is namelijk onmogelijk wanneer je voor
publiek interessante, leesbare en inclusieve teksten wilt schrijven. Wanneer ik
een aangeleverde tekst ga redigeren, start ik een dialoog met de schrijver. Mijn
wijzigingen zijn voorstellen. In het geredigeerde document geeft de schrijver
aan welke gevolgtrekkingen echt niet kloppen (en biedt uitleg en/of een
alternatief). Dat is de reden dat de tekst steeds heen en weer gaat tussen
schrijver en redacteur. Net zo lang tot het voor beide kanten goed is.

Waar
ik op let bij tekstredactie? Behalve naar taal kijk ik als publieksbemiddelaar naar
de overdracht: komt de boodschap/intentie van de schrijver correct over op de
(niet-ingevoerde) lezer? Daarbij neem ik mezelf als maatstaf: als ik het met
mijn (kunst)historische voorkennis al niet begrijp, zal een ‘breed publiek’ dat
zeker niet doen. Daarnaast bekijk ik de inhoud met een bezoekersblik: komen er
zaken aan de orde waarover de bezoeker zich zou kunnen verwonderen? Is wat over
het object wordt verteld interessant voor een leek? Of moet de lezer door
jaartallen, namen en andere gegevens ploegen? Ten slotte scan ik de tekst op
niet-inclusieve formuleringen die mensen kunnen uitsluiten: beladen
termen zoals indo, ‘de’ Duitsers, Gouden Eeuw of inheems; het gebruik van ‘wij’
en ‘ons’; abstracte taal, met bijvoorbeeld veel passieve vorm of ‘men’, die
afstand creëert, of art speak die hetzelfde doet.

Om bovengenoemde redenen kan
het zijn dat ik andere keuzes maak in de tekst. Ook inhoudelijk. Dat heeft niets
te maken met disrespect voor de wetenschappelijke leverancier, diens onderzoek
of expertise, maar met mijn doel: informatie overbrengen, zó dat de tekst de
ontvanger in staat stelt om betrokken te raken bij het object (in de museumzaal)
of het onderwerp (in een publicatie of op een website).